Wegen en paden

Geschiedenis

Een groot deel van de voetpaden en wegen die we vandaag gebruiken, zijn in hun gebruik honderden en soms wel duizenden jaren terug te brengen.

Romeinse wegen

In ons landschap bestaan er vele wegen die al getrokken werden door de romeinse legioenen toen zij bij ons aan de macht waren. Opmerkelijk hierbij is dan wel dat de Romeinse ingenieurs veel tijd en aandacht besteed hebben om de bestaande wegen veel sterker te maken.

Prehistorie

Door de studie van de bodemlagen en die manier waarop een pad is uitgehold is het mogelijk het gebruik ervan terug te brengen tot de préhistorie. Deze vormen lijnen tussen schuilplaatsen, voedselplaatsen en water. Een groot deel van deze zijn nu nog terug te vinden als versleten smalle wegjes in de oudere bossen.
We zien in het gebruik ervan dat deze paden ook de latere verbindingswegen tussen stammen vormden. Tijdens zowel het Bronzen als het IJzer-tijdperk waren de paden handelsroutes tussen de verschillende nederzettingen. Zo werden vee, potten en metaal verhandelt over verre afstanden.

Ongeacht deze Romeinse steenwegen bleven de kleine wandelwegjes veel gebruikt worden. Ze brachten de mensen naar hun velden en weiden en vooral naar elkaar. Nog specifieker bleven ook de paden bestaan die de wandelaars naar ietwat mystieke en religieuze plaatsen leiden. Het spiritueel belang bleef een belangrijke behoefte die moest ingevuld worden.

Deze paden bleven dus nog steeds verbindings en toegangswegen tussen heilige plaatsen, daar waar het spirituele een fysieke vorm in het landschap krijgt. Ze maakten een belangrijk onderdeel uit van de pelgrimstochten. Doorheen de Romeinse periode bleven deze wegen een hoofdrol spelen in het dagelijkse leven. Op vele van deze bestond er een zekere bescherming en kon je dus in alle veiligheid mensen bezoeken, handel drijven of jouw godsdienst beoefenen.

Het feodale systeem was een sociaal en economisch model dat tijdens de middeleeuwen in Europa werd gebruikt. Grondbezitters, ook wel leenheren genoemd, gaven stukken land in leen aan leenmannen in ruil voor trouw en militaire steun. De boeren en horigen werkten op dit land in ruil voor bescherming en een deel van de opbrengst.

Middeleeuwen

Tijdens de middeleeuwen verhoogt de handel over verre afstanden enorm en hierdoor intensifieert ook het gebruik van de wegen en paden. Behalve paard en kar is het vooral te voet waardoor mensen zich tussen dorpen en steden begeven. Vanwege het feodale systeem beginnen vele wegen ook te ontstaan rondom een de vestiging van de grondbezitter. We zien dus meer een opbouw van wegen en paden rondom een kern, een centraal punt.

Tudor-dynastie

Tijdens deze periode begon men te spreken van de “King’s highway”, een verwijzing naar de wegen die onder koninklijke bescherming stonden. Door het verdwijnen van verscheidene kloosters en abdijen, werd het doel van vele gewijzigd, maar door de intensievere handel en de opkomst van de adel bleven ze wel veelvuldig gebruikt.

17de eeuw

Vanaf de 17de eeuw worden 'The Enclosure Acts', ingevoerd en deze zullen de verandering van het Engelse landschap voor de komende 2 eeuwen grondig veranderen. Ook de vele traditionele voetwegels verdwenen na deze beslissing. Het publieke belang van het landschap en zijn wegen werd getransformeerd in privaat bezit. Het feodaal systeem veranderde dus  in een kapitaal markt-georiënteerde economie. Het netwerk van kriskras ingeplande paadjes was hier één van de grootste slachtoffers van. De vroegere vruchtbare grond die door velen werd bewerkt en verzorgt viel nu in handen van enkelen, en dit heeft een enorme impact op het publieke aspect van landbouwgrond en ook de toegankelijkheid ervan. Alle toegangspaden werden omgeploegd om zodoende grotere stukken te kunnen verkrijgen.

Wat zijn de 'The Enclosure Acts'?

'The Enclosure Acts' verwijzen naar een reeks wetten die tijdens de 17de,18de en 19de eeuw in Engeland werden ingevoerd. Deze wetten hadden als doel gemeenschappelijke landbouwgronden, die vaak door boeren en dorpelingen collectief werden gebruikt, om te zetten in privébezit. Door deze gronden 'in te sluiten' met hekken of heggen, werden ze toegewezen aan individuele landeigenaren. Dit proces bevorderde de efficiëntere exploitatie van de landbouw, wat belangrijk was tijdens de Industriële Revolutie. Voor kleine boeren en pachters had dit echter vaak negatieve gevolgen. Velen verloren hun toegang tot grond en middelen, wat leidde tot armoede en migratie naar steden. Hieruit volgde een toename van stedelijke arbeidspopulaties, wat de industrialisatie verder voedde. Hoewel de wetten economische groei stimuleerden, veroorzaakten ze ook sociale ongelijkheid. Het verdwijnen van gemeenschappelijke gronden betekende het einde van een traditionele manier van leven voor veel plattelandsgemeenschappen. De effecten van de Enclosure Acts blijven een belangrijk onderwerp in de geschiedenis van Engeland. Ze worden vaak gezien als een keerpunt in de overgang van een agrarische naar een industriële samenleving. Deze wetten zijn ook een voorbeeld van hoe regelgeving grote sociale en economische veranderingen kan veroorzaken.

Deze toegangspaadjes hadden eigenlijk verschillende functies, zo konden de schapen er langsheen grazen, werd er hout verzameld uit de houtkanten en gaven ze zelfs voeding zoals de hazelaars en de vlier. Het hakhout langs de zijden van het wandelpad fungeerde initieel als windbreker en bron van schaduw, maar als werd het een klein landschapselement met vele doelen. Ze werden dan vroeger ook volop gebruikt door de ietwat minder gegoeden om toch zo goed mogelijk te kunnen overleven met weinig middelen. Het traditioneel gebruik van deze wegen, met alles er rondom werd plots volledig weggenomen. Het publiekelijk gebruik van natuurlijke bronnen aan materiaal en voeding viel weg door het afsluiten van de toegangswegen. Dit alles heeft als eindresultaat gehad dat de bewoners van het platteland zich meer gingen vestigen in stedelijk gebied.

Door één beslissing waarbij het publiek bezit en gebruik van het landschap en dan vooral zijn paden en wegen verboden werd, kreeg men een enorme verschuiving van een ruraal naar een urbane samenleving.   

18de eeuw

Ondertussen ,dus tijdens het doorvoeren van de Enclosure Acts starte op het einde van 18de eeuw de Industriële Revolutie. Dat ook deze een grote invloed heeft gespeeld om de functies van onze wegen is nog zacht uitgedrukt. Alles stond in het teken van de industrie en het transport van goederen. Ook het feit dat de industrie vooral in stedelijk gebied te vinden was, zorgde voor het dagelijks vervoer van arbeiders vanuit het rurale gebied naar het urbane. Om dit mogelijk te maken waren er dus vele aanpassingen aan de bestaande wegen nodig. In eerste instantie moesten ze breed en stevig genoeg zijn voor paard en kar om dan later echte straten voor wagens te worden.  Deze vorm van woon-werkverkeer was wel eerder tijdelijk aangezien velen de keuze maakten om toch te verhuizen richting de steden dichter bij het werk. 

Terwijl de steden plots veel groter werden, transformeerde het platteland, de velden, weiden en bossen weer meer in een rustplaats, een plekje om te ontsnappen aan de drukte.
We kregen een vernieuwde interesse in het buitenleven, waardoor de paden en wegeltjes wederom anders werden gebruikt. Toerisme zorgde dus voor een beter behoud van de originele rustieke smalle wandelwegen. 

19de eeuw                                  Beleving

Vanaf de 19de eeuw zagen we vooral dat de midden-en hogere klasse het platteland begonnen op te eisen als vorm van ontspanning. Plots begon men het publieke recht weer in te nemen om gebruik te maken van de landelijke wegjes.

Deze plotse heropleving van het buiten beleven, kwam dan wel in enorm conflict met een ander belangrijk gevolg van de Industriële Revolutie, namelijk de landbouw. Niet alleen vanwege de nieuwe technieken en machines, maar ook vanwege een enorme bevolkingsgroei is het deze landbouw die veel meer oppervlakte nodig heeft om te voldoen aan de behoeften.  

Het gevecht om het publieke recht in natuur en de buitenzones laaide weer op, en maakte deel van een grotere discussie over het gebruik van land en het beschermen van land maar ook vooral over de enorme bevolkingsaangroei.

De Enclosure Acts samen met de komst van de Industriële Revolutie hebben er voor gezegd dat ons landschap van duizenden jaren oud plots werd herschapen. Ook de manier naar hoe we onze wandelwegen bekijken, gebruiken en waarderen veranderde volledig.

Op het einde van de 19de eeuw, begin 20ste eeuw wordt basis gelegd voor het grote conflict en het publiek gebruik van het landschap met als belangrijkste actoren : de groeiende industrie en landbouw, de landelijke leefwijze en de recreatie op den buiten. 

20ste eeuw

Vanaf de 20ste eeuw ontstaat er een groeiende belangstelling naar het bescherming van de natuur, erfgoed en het landschap. Hierbij komend dan wel in een evenwicht waar er ruimte is voor recreatie maar ook waar natuur, natuur mag zijn. Het beheer, behoud en beschermen van het landschap en zijn wandelwegen wordt zelfs in wetteksten omschrijven zodat er een wettelijk kader bekomen wordt. 

Ramblers Association: Voor Wandelaars, Door Wandelaars

De Ramblers Association is een toonaangevende organisatie in het Verenigd Koninkrijk die zich inzet voor de bescherming van wandelpaden en het bevorderen van wandeltoerisme. Met een rijke geschiedenis sinds 1935, biedt de vereniging ondersteuning aan wandelliefhebbers van alle niveaus. Ze ijvert voor vrij en veilig toegang tot natuurgebieden, zodat iedereen kan genieten van het buitenleven. Daarnaast organiseert de organisatie groepswandelingen en evenementen die mensen samenbrengen en een actieve levensstijl promoten. Dankzij hun inzet zijn duizenden kilometers wandelroutes toegankelijk gebleven, terwijl ze ook nieuwe paden blijven ontwikkelen. De Ramblers Association is dé stem van de wandelaar en brengt passie voor natuur en beweging samen.

 

The early part of the 20th century witnessed increased activism aimed at protecting rural footpaths. Groups such as the Ramblers’ Association, founded in 1935, became pivotal in advocating for the rights of walkers and the preservation of access to natural landscapes.

One of the most notable events in this movement was the 1932 Mass Trespass on Kinder Scout, where hundreds of walkers deliberately trespassed on private land to highlight the restrictions on public access to the countryside.

Read More: Ancient Trackways: Walking in the Footsteps of Neolithic People

This act of civil disobedience brought national attention to the issue of public access to the countryside and is often credited with accelerating legislative changes regarding public rights of way. These advocacy efforts culminated in several key pieces of legislation over the course of the century.

The National Parks and Access to the Countryside Act of 1949 was a landmark law that established the framework for the creation of National Parks in England and Wales, designated Areas of Outstanding Natural Beauty (AONBs), and solidified the legal status of public rights of way.

 

 

Advertisement

 

 

Geografisch

Europa

In Engeland en Wales bestaan er meer dan 22 000 kilometer aan voetwegen, ruiterpaden en binnenwegjes, die allemaal in één netwerk zijn verweven. De meeste hiervan bestaan hoofdzakelijk omwille van bereikbaarheid van het huis of akkers, bossen en velden, ze verbinden dorpen en steden, maar evengoed bestaan er wegen gewoon om te kunnen verdwijnen in de natuur.

Op het einde van de middeleeuwen begon er een zeker recht op vrij doorgang bij verschillende wegen te bestaan. Een bekend concept van de “King’s highway” ontstond, en betekende dat bepaalde wegen en paden onder de bescherming van de koning stonden. In deze periode werd dan ook het basisbeginsel gelegd voor het vrij en publiekelijk gebruik van veel van deze wegen.

Religie

Religie en dan vooral in onze streken de opkomst van het Christendom speelt een belangrijke in het gebruik en de evolutie van wegen doorheen de tijd. Op pelgrimstocht gaan was een belangrijk gebeuren in de middeleeuwen, dan wel niet geheel omwille van het geloof, maar vooral voor het sociaal  en cultureel gebeuren. Hierbij moet men ook de bedenking maken dat dit niet hoeft te betekenen dat er nieuwe paden werden ontwikkeld, aangezien religie vooral de techniek gebruikt van het annexeren en adapteren. Een pad dat werd gebruikt om een monumentale linde in een bos te bezoeken, werd plots een bedevaartsweg naar een kapel waar toevallig een linde staat. Op deze manier werd het spirituele aspect van de linde omgevormd naar het religieuze van Marie.