Stierenkuilen

Kuilen met steile randen, ook wel steilranden genoemd ontstaan bij ons in de natuur enkel door erosieprocessen. Dit kan bijvoorbeeld door het water van beken en rivieren, maar ook door de wind die met stuifzand speelt. Echt wild stromend water bestaat tegenwoordig nog zeer weinig en wordt vooral begeleid om oevers niet te laten verdwijnen. Ook in de duinen speelt stikstofdepositie een belangrijke rol en deze stuifzanden raken almaar vaker begroeit waardoor de wind minder vrij kan bewegen.
De laatste jaren echter zien we door het weer inbrengen van runderen in natuurreservaten een heropkomst van steilranden. Deze dieren krijgen steeds meer de mogelijkheid om natuurlijk gedrag te vertonen, als gevolg van bijvoorbeeld een betere verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke dieren. De stieren moeten steeds vaker onderling uitmaken wie de dominantste is en wie dan ook als beloning de koeien mag dekken. Het testosteron zorgt er dus voor dat de stieren zich moeten bewijzen, en hiervoor trainen ze zich met bewegingen van kop en schouder, en met schraapbewegingen met hun poten, telkens tegen een bestaande helling.
Vaak oefenen ze telkens aan een zelfde helling, waardoor er hier een kuil ontstaat tot wel een meter diep met een steile rand.
