One for Sorrow - Geschiedenis en Folklore
Ontdek de fascinerende geschiedenis en folklore achter het rijmpje 'One for Sorrow'. Leer meer over de oorsprong en betekenis van dit oude rijmpje en hoe het verband houdt met de ekster.
Betekenis en Symboliek
'One for Sorrow' heeft diepe symbolische betekenissen en wordt vaak geassocieerd met verlies, verdriet en ongeluk. One for Sorrow' is een oud Engels kinderrijmpje dat vaak wordt geassocieerd met eksters. Het rijmpje is niet zomaar een onschuldige tekst; het zit vol symboliek en betekenis. Elke regel in het rijmpje verwijst naar het aantal eksters dat men ziet en welke voorspellende waarde dit heeft. De meest bekende versie luidt: "One for sorrow, two for joy, three for a girl, four for a boy, five for silver, six for gold, seven for a secret never to be told." Het rijmpje heeft historische wortels in volksgeloof, waarbij eksters vaak als boodschappers of voortekens werden gezien.
'In de Europese folklore werden eksters soms geassocieerd met ongeluk en mysterie, vandaar de melancholische toon van de eerste regel. Tegelijkertijd biedt het rijmpje ook positieve betekenissen, zoals vreugde, rijkdom en geheimen. 'One for Sorrow' wordt nog steeds gebruikt in populaire cultuur, bijvoorbeeld in liedjes en televisieseries, en behoudt daardoor zijn mysterieuze charme.
Oorsprong van 'One for Sorrow'
Het rijmpje 'One for Sorrow' is een traditioneel Engels kinderrijmpje dat dateert uit de 18e eeuw. Het wordt vaak geassocieerd met bijgeloof en voorspellingen van ongeluk. Ontdek de verschillende interpretaties en variaties van dit rijmpje en hoe het door de jaren heen is geƫvolueerd.

One for sorrow,
two for joy
three for a girl
four for a boy
five for silver
six for gold
seven for a secret never to be told."
Dit is de meest gekende versie, en ze wordt het vaakst gewoon traditioneel verteld bij het tellen van de eksters in de tuin. Regionaal, op plaatsen waar er weinig eksters wonen, wordt het ook wel gebruikt bij het tellen van kraaien. Maar het rijmpje is eigenlijk gebasseerd op het oudgeloof of beter het bijgeloof in voortekens, zowel de goede als de kwade.
Voor de eerste maal stond het rijmpje beschreven in een boek uit 1778 over de stukken van William Shakespeare geschreven door Samuel Johnson en George Steven. Deze eerste echte uitgeschreven versie was echter wel veel korter.
Deze vers van vier regels zou zijn bron hebben in het effectief opvolgen van de gedragsregels bij vogels. Een zeker tijdverdrijf dat vroeger in alle culturen wel voorkwam. Zo werden ook in het Oude Rome de toekomst en de wil van de Goden voorspeld aan het gedrag van de vogels. ook tijdens de middeleeuwen werden de patronen waarin vogels vlogen geïnterpreteerd, zo werd een vlucht raven of kraaien tijdens een bestorming aanzien als een slecht voorteken.
One for sorrow,
two for mirth
three for a wedding
four for death
Terwijl dit bij de Noormannen aanzien als het feit dat Odin naast hen vocht en de overwinning nabij was. De toekomst voorspelen aan de hand van het gedrag van vogels is duizend jaar, tussen de vijfde en de vijftiende een veelvuldig gebruik geweest. Dit was ook de periode waarin de wereld geteisterd werd door plagen, hongersnood en de veel op elkaar volgende oorlogen. De bevolking had nood aan signalen van beterschap, of zocht de verantwoordelijkheid van alles wat fout net steeds ergens anders. De mensen hadden behalve antwoorden ook schuldigen nodig voor alles wat fout liep.
Het bijgeloof vond zijn weg naar de bevolking op verschillende manieren, zo werden dromen onderzocht, kwam astrologie steeds meer naar voren en ging men alles gebruiken om de toekomst te kunnen voorspellen. Bij dit alles werd vooral het gebruik van nummers steeds belangrijker. Zo werd er vaak een macht toegeschreven aan bepaalde nummers, terwijl anderen moesten vermeden worden. Zo staat er in een manuscript beschreven hoe een droom op de eerste nacht van een nieuwe maan vooral geluk en vreugde zal voorspellen. Dit terwijl een droom op de 11de nacht totaal onschadelijk geacht werd, terwijl dromen op de 7de nacht op een later tijdstip waarheid zouden worden.
“One's a wish,
two's a kiss,
three's a letter,
four's something better,
five for sorrow,
six see your sweetheart tomorrow.
Maar ook andere dingen, alledaagse zaken zoals niezen werden aanzien als voortekens, van waaruit men de toekomst kon voorspellen. Iemand die tweemaal na elkaar mocht op komend fortuin of geluk rekenen, maar werd er meer geniesd dan was het een slecht voorteken.
Dit is een gedicht uit de 18de eeuw, dat wordt gebruikt om de toekomst te voorspellen aan de hand van het aantal niesbuien. Het trekt veel parallellen met het gedicht 'One for Sorrow'. Dat cijfers en getallen behoorden tot het dagelijkse leven, denk maar aan het gebruik om de blaadjes van een madeliefje te tellen is duidelijk. Maar dat ze ondanks een zeer kerkelijk dogma, met een angst voor de hoorn Gods, ze toch bleef gebruiken is opmerkelijk. In de 5de eeuw was het Sint-Augustijn die stelde dat ieder verband tussen een voorteken en een gebeurtenis enkel en alleen berust op toeval. Maar het gebruik van deze voorspellingen werd door de Kerk eerder afgedaan als larie en onnozel in plaats van gevaarlijk.

Geschiedenis
Zonder te weten wanneer juist dit rijmpje is ontstaan, mogen we er wel vanuit gaan dat 'One for Sorrow' al veel langer mondeling werd overgedragen alvorens het werd neergeschreven. In een periode van zeer lage geletterdheid en dan gelet op het volkse karakter van het rijmpje zal het al vele generaties rondgegaan zijn. De mondelinge overlevering was voor de 18de eeuw een belangrijke bron om cultuur te behouden en bewaren. Net voor de 18de eeuw zagen we in eerste instantie veelal het beschrijven van het leven van de elite en het noteren van godsdienstige teksten. Volksverhalen werden toen als iets triviaals, iets gewoons aanzien door zowel de schrijvers als de uitgeverijen.
Pas tussen de 18de en de 19de eeuw tijdens de opkomst van de romantiek en de fascinatie voor antiquiteiten werden de volksverhalen en tradities goed verzamelt, bewaard en uitgegeven. Deze documenten geven ons een veel beter beeld over hoe dit rijmpje doorheen de geschiedenis is geëvolueerd van een vorm van bijgeloof naar een verhaal met een duistere sinistere bijklank.
In de 16de en de 17de eeuw werd dit gedicht misbruikt tijdens de heksenjacht en zoals eerder besproken de relatie tussen de heksen en eksters.

Magie
Eksters werden rondom de 16de en 17de eeuw aanzien als de gedaanteverwisseling van heksen, maar ook als een soort van vervoersmiddel waardoor ze op hun Sabbath geraakten. De bron van deze verhalen en verzinsls ligt hem meer dan waarschijnlijk in de gewoonte van een eksters om geluiden na te bootsen, maar ook onderling vaak over te gaan in een fascinerend gekibbel en gelach. Ook de menselijke manieren, het huppelen langsheen stegen en straten, zijn losse tred maken hem als een dierlijke nabootsing van de aanschouwer. De intelligentie en het probleemoplossend vermogen van ekster waarmee zoals ook andere kraaiachtigen deksels kan openen, maar ook zijn verzameldrang van glimmende voorwerpen zorgden voor een zekere argwaan.
Ook de kleuren van zijn pluimage verhit de gemoederen en dan vooral van de volgelingen van het Christendom. De kleur wit staat hier namelijk symbool voor zowel zuiverheid als heiligheid, terwijl zwart het duistere, duivelse betekent. Een vogel die beide kleuren draagt is dus een beeld van hoe het kwaad het goed verslaat.
Zo is er het geloof dat als eksters zich verzamelen op het dak van een huis, dan gebeuren er demonische zaken binnenin.
In het katholieke geloof staat de ekster ook symbool voor ijdelheid en losbandigheid.
Hier komt dan ook nog bij dat de ekster de enige van de kraai-achtigen was, om niet op tijd in volle rouwkledij aanwezig te zijn tijdens de kruisiging van Jezus. Onder zijn tong zou de ekster ook een druppel van duivelsbloed bewaren, wat natuurlijk weer zijn gebrabbel en gesnater kan bewijzen.
Door de opkomst van het dogmatische Christendom, maar het blijvend bijgeloof en de bijbehorende landelijke tradities komen we hier wel in een conflict. Zo werd alles wat ooit behoorde tot de folklore plots aanzien als een vorm van hekserij. Tijdens de hoogdagen van de heksenjacht was iedereen die zich zelfs bezig hield met het behoud van een volkse traditie, zoals het opzeggen van een rijmpje, al een mogelijke heks.
Deze periode waarin mensen vreesden voor hun leven zorgde ervoor dat folklore en bijgeloof enorm werden terug gedrongen.
'One for Sorrow' heeft wel deze zeer donkere periode doorstaan, en dan wel door zich net te vermengen met de insinuaties die door de Kerk werden uitgestrooid. Zo zien we in de teksten die in de 18de eeuw werden genoteerd enkele bijkomende regels die inspelen op het verbond tussen heksen en eksters.
Zo is er een gekende versie uit Lancashire, waarbij er 6 extra lijnen waren toegevoegd en we zodoende tellen tot we dertien eksters gezien hebben.
Eight for a wish,
Nine for a kiss,
Ten a surprise you should be careful not to miss,
Eleven for health,
Twelve for wealth,
Thirteen beware it’s the devil himself.
Een andere versie vertelt het nog anders maar ook daar zien we weer, hoe meer eksters hoe slechter de voorspelling zal uitdraaien.
Deze versies met hun uitgebreide ietwat donkere regels gaven de verdere kerstening van Europa aan. Er was een steeds breder en dieper uitgroeiende angst voor alles wat met magie en hekserij te maken had.
Eight for heaven,
Nine for hell,
and ten for the
devil's own
self,
James Orchard Halliwel-Philips was een Engels schrijver uit de 19de eeuw, en ook een Shakespeare geleerde. Tevens was hij een gepassioneerd antiquariaat-verzamelaar waardoor zijn kennis zeer goed past binnen het achterliggend verhaal van 'One for Sorrow'.
One for anger
two for mirth
three for a wedding,
four for a birth,
five for rich,
six for poor,
seven for a witch,
i can't tell you no more
Heel veel tradities en bijgeloof die in verband staan met de eksters hebben dan ook hun grondslag bij het verbond tussen deze vogels en alles wat we eerdere donkere magie of hekserij noemen. Het bepaalt ook voor een groot deel onze omgang met eksters. Sommige verhalen bespreken hoe we hem vriendelijk moeten groeten, terwijl andere vanuit Wales bijvoorbeeld waar gaan hoe we hem moeten uitschelden.
Devil, devil i defy thee, Magpie, magpie i go by thee
In het Zuiden van Engeland is er ook een spreuk die afkomstig van na de opkomst van het Christendom, die gebruikt wordt wanneer men een ekster kruist. De spreuk moet ook uitgesproken terwijl men een kruis vasthoudt.