Stille Zomertuin
In de zomer lijkt het wel eens alsof alle vogels uit onze tuinen zijn verdwenen. Vaak ontstaat er zelfs een vorm van paniek en worden er instanties aangesproken. Echter is dit totaal ongegrond, de vogels zijn er meestal wel, alleen laten ze zich minder snel zien en al helemaal niet horen. Hiervoor zijn er wel verschillende redenen.

Broedseizoen
Het broedseizoen lopen tegen zijn einde, wat betekend dat territoriaal gedrag of het aantonen van dominantie niet langer nodig is. Bij sommige soorten kan het wel schuiven en tussen soorten kan het ook wel verschillen, terwijl andere aan een volgend nest beginnen, maar toch is de drang om te zingen momenteel veel minder. Ook het feit dat de jongen nu zoveel energie en eten vragen zorgt ervoor dat er nog weinig tijd rest om te zingen. De energie bij de ouders is bijna volledig weg en na het voederen moeten ze vooral veel rusten. Wanneer de jongen uitvliegen trekken ze vaak al in kleine groepjes, wat er natuurlijk ook voor zorgt dat er in de eigen wat minder vogels aanwezig zijn.

Ruiperiode
Na het grootbrengen van de jongen worden de veren geleidelijk aan vervangen.
Nieuwe veren
Er is nog een reden dat vogels onzichtbaarder zijn tijdens de zomer. De meeste vogels beginnen meteen nadat de laatste jongen zijn uitgevlogen aan de rui. Alle veren worden geleidelijk vervangen door nieuwe, soms met een pauze in de winter.
De toestand van de veren is voor vogels van levensbelang. Ze moeten goed op elkaar aansluiten om isolatie te bieden en ze moeten tiptop in orde zijn voor het vliegen. En ook hier speelt weer mee dat het broedseizoen zijn tol heeft geëist. De veren zijn wat minder goed onderhouden geweest. Met nieuwe veren zijn de vogels dus klaar voor de winter, of die nu in Afrika wordt doorgebracht of elders.
Maar tijdens de rui zijn vogels met hun mottige verenpak veelal kwetsbaar, en mede daardoor nu wat stilletjes (voor hun eigen veiligheid). Tijdens de rui leiden ze een teruggetrokken bestaan.
Jaarrond Tuintelling
De stilte in de tuinen wordt bevestigd door de resultaten van de Jaarrond Tuintelling. In dit project – waarin meerdere natuurorganisaties samenwerken – worden al vijf jaar lang, wekelijks alle dieren en planten in duizenden tuinen geteld en doorgegeven. Een interessant project, want met een oppervlakte van zo’n 30.000 hectare beslaan de tuinen een behoorlijk deel van Nederland. Toch weten we nauwelijks wat er zoal leeft binnen de bebouwde kom. Met hulp van vele enthousiaste tuineigenaren proberen we dat goed in beeld te krijgen.
Als we kijken naar het seizoenspatroon van een aantal typische tuinvogels in de tellingen, dan zien we de ‘zomerdip’ duidelijk terug. Goede voorbeelden daarvan zijn pimpelmees, maar ook de zanglijster en groenling worden veel minder vaak geteld tijdens de zomerperiode.
Dit is slechts één van de leuke uitkomsten van dit ‘citizen science’-project. De komende tijd zullen we hier meer uitkomsten van de telling publiceren.