Zilveren fluitje
Geschiedenis
Oudheid
Middeleeuwen

Naamgeving
Officiële benaming :
Familie :
Geslacht :
Soortnaam :
Nederlandse benaming : Zilveren fluitje
Deze naam werd bedacht door de gekende Jac.P.Thijsse, vanwege de hoge toon die de vleugels voortbrengen tijdens het vliegen.
Duitse benaming :
Franse benaming :
Engelse benaming :
Volksbenaming :
Kenmerken
Rups
kenmerken | |
---|---|
grootte | |
kleur | |
voeding | |
periode | |
kenmerken |
Adult
kenmerken | |
---|---|
grootte | |
kleur | |
voeding | |
periode | |
kenmerken |
Leefwijze
Vlucht :
Rups :

Voeding

Nestplaats
In de nabijheid van de befaamde stierenkuilen gaat het zilveren fluitje nauwgezet holen van andere bijen en wespen inspecteren om één van deze te kunnen innemen.
In de nestgaten maken ze met uitgeknipte blaadjes een mooi beklede nestplaats. Hiervoor vliegen ze meestal naar een hondsroos in de buurt, om dan uit de blaadjes ronde stukjes te knippen met hun kaken. Vooral de ietwat vergeelde blaadjes gebruiken ze graag. De zilveren fluitjes buigen ze om, zodat ze tussen de pootjes kunnen vervoerd worden naar hun hol. De blaadjes hebben een beschermende werking voor het broed. Om dit broed wat voeding mee te geven, gaat ze op zoek naar stuifmeel dat ze meedraagt met de haren op haar buik.
Wanneer er voldoende voorraad is, wordt het broed met blad afgesloten.

Biotoop
Het zilveren fluitje leeft vooral in gebieden met stuifzanden en steilranden met insectengaten. Deze steilranden, verticale wanden, zijn vaak te vinden in de kuilen die stieren maken in de bronstijd.