Uilen

Geschiedenis en evolutie
2020
In februari was er bijna geen enkele regenvrije dag waardoor vele muizen, zowel bosmuizen als veldmuizen verdronken in hun ondergrondse nesten. De spitsmuizen verdrinken dan wel niet, maar sterven snel door afkoeling. Eind maart en april valt er dan weer zeer weinig neerslag, gepaard met koude temperaturen wat dan weer nefast is voor de uilen zelf. Deze opvolging van extremen maakt het moeilijk waardoor de meeste nesten één à twee eieren minder tellen. Tevens zijn er in dit corona-jaar nog veel problemen om huisbezoeken af te leggen, waardoor ringers niet alle nesten kunnen controleren, en dit beïnvloedt de cijfers en tellingen dus ook nog.
Zeker bij de bosuilen, komen vele ringers door de strenge regels te laat ter plaatse aan de nesten, waardoor al vele jongen al uitgevlogen zijn.
Bij de ransuilen is het dan weer wat positiever, zij profiteren enorm van de droogte in april. Voor de steenuilen verloopt het dan weer dramatisch, door hun vroeg legsel sterven er veel jongen en door de droogte zijn zelfs regenwormen moeilijk te vinden om het gebrek aan muizen te compenseren. Bij de kerkuilen, die zeer gekend staan voor het volgen van de muizenjaren, hoeft het niet te verrassen dat er weinig tot geen broed te melden is in 2020.

Kenmerken

Lichaamsbouw
Bijna het volledige lichaam van een uil is volledig aangepast aan het vangen van prooien 's nachts. Een klein aantal soorten uilen jaagt ook overdag, maar deze hebben vaak overeenkomstige kenmerken met de nachtuilen. Bij de uilen is het zeker zo dat iedere soort een belangrijk rol te vervullen in een niche. Het zijn vaak echte specialisten, die op zich weinig concurrenten hebben, maar wel heel afhankelijk zijn van verschillende factoren in hun leef-en jachtgebied. Wanneer er hier één schakel ontbreekt of minimaal aanwezig , zoals prooidieren, nestplaats, duisternis is het vaak onmogelijk om uilen aan te trekken.
Oren
lichaamsbouw
- asymmetrische oren
- flexibele nek
- aangepaste ogen
- afgeplat voorhoofd
Om in de duisternis van de nacht toch een prooi te kunnen vangen, moeten uilen beschikken over een uitstekend gehoor. De oren zijn eigenlijk niet zichtbare ooropeningen en bij sommige soorten zijn deze bedekt met een oordeksel. Uilen verschillen qua lichaamsbouw met alle andere roofvogels door de asymmetrische vorm en/of positie van de oren. Soms liggen de oren in dezelfde positie maar hebben ze een andere vorm en omgekeerd. Dit alles heeft te maken met de nachtelijke jacht waarbij een uil door het tijdsverschil van geluidsopname tussen de 2 oren de precieze locatie van een prooi kan bepalen.
Ogen
Aan de hand van de kleur van de ogen kunnen we weten in welk deel van de dag/nacht de uil gaat jagen. Uilenogen kunnen drie kleuren hebben namelijk: geel,oranje of zwartbruin. Een geel iris duidt op een jager die overdag zijn prooien zoekt zoals een steenuil of een velduil. Zijn de ogen eerder oranje zoals bij een oehoe en een ransuil dan jagen deze eerder in de schemering, terwijl uilen met zwarte ogen, kerkuil en bosuil, echte nachtjagers zijn.



Het is beter om deze stelling niet te eng voor volwaardig aan te nemen. Beter is het om er vanuit te gaan dat een steenuil zowel overdag -als nacht zal jagen en een kerkuil eerder in de nacht. Door de seizoenen heen zullen sommige eerder nachtelijke jagers ook in de schemer gaan jagen of zullen schemerjagers enkel in de nacht gaan vliegen. Ook de aanwezigheid van prooien zal ervoor zorgen dat sommige meer of minder tijd nodig hebben om voldoende voeding te vinden. Op zich wordt er aangenomen dat de kleur van de ogen zeker iets met de jachtperiode te maken heeft, maar er zijn teveel variabelen en soortspeciefieke uitzonderingen om ze naar volle juistheid te geloven.
Ondanks hun goed aangepaste ogen kunnen ook uilen in volledige duisternis niets zien. Zij vinden dan vaak hun weg doordat ze het ganse territorium in hun geheugen op te slaan.

Voeding
Veldmuizen, bosmuizen en spitsmuizen vormen het zogenaamde stapelvoedsel van de uilen. Ze vormen dus de hoofdsamenstelling van de voeding, maar deze wordt nog vaak aangevuld met insecten, vogels en zelfs kikkers.

Voortplanting

Broedwijze
Bij de uilen is het monitoren van de broedgevallen vrij goed gekend, aangezien er vele gepassioneerde vogelringers zich focussen op deze vogels. Door deze ervaring en kennis is het vrij makkelijk om al te voorspellen of het een vruchtbaar broedseizoen wordt. De ringers kunnen aan de neerslag en de graanoogst al aflezen wat de babyboom bij de uilen zal worden.
Een goed muizenjaar zal een goed uilenjaar geven. Wanneer er door slecht weer bijvoorbeeld weinig muizen zijn, gaan uilen soms een jaartje overslaan om te broeden.

Observatie
Tijdstip
In de winterperiode bakenen uilen hun territorium af en gaan ze op zoek naar een partner. Dit alles doen ze door gebruik te maken van geluiden door te roepen en dat is veel gevarieerder dan het klassieke 'OEHOE'. Behalve de velduil en de steenuil jagen de meeste uilen enkel bij schemer of nacht. Wanneer je afgaat op het geluid van een bosuil kan je maar beter vroeg opstaan of laat gaan slapen.
Locatie
Er zijn veel uilen die in het bos leven, en die zijn zeker daar te vinden, maar even goed leeft een steenuil in een boomgaard en een kerkuil in het midden van een dorp. Hou altijd in het achterhoofd waar de nestplaats is en waar ze hun voeding zoeken. In de winter gaan ransuilen samen roesten en zijn ze in grote groepen te vinden in naaldbossen. Eénmaal een roestplaats gevonden kan je daar jaarlijks gaan kijken.
Hulpmiddelen
Uilen zijn makkelijk te lokaliseren met behulp van soortspecifieke lokfluitjes. De uilen gaan reageren waardoor je zeer goed hun rustplaats kan terugvinden. Wanneer je overdag terugkomt kan je ze met de verrekijker zoeken tussen de kruinen. Een roest-of rustplaats van een uil kan je ook makkelijk vinden, wanneer je op de bodem verschillende braakballen terugvindt. Tevens ben je vaak niet de enige uilenliefhebber en kan je op voorraad op het internet kijken waar er verschillende waarnemingen zijn.